De minimumlonen gaan per 2023 omhoog: dit is wat het betekent!
Er is besloten dat het wettelijk minimumloon (WML) per 2023 in drie stappen verhoogd zal worden. Normaal is er twee keer per jaar sprake van een herzien wettelijk minimumloon. Door het WML extra te verhogen, wil het kabinet ervoor zorgen dat werk, wat gekoppeld zit aan de minimumlonen, een stuk aantrekkelijker wordt gemaakt. Dit zou ervoor moeten zorgen dat men weer in de sectoren aan de onderkant van het loongebouw wil gaan werken. In deze blog lees je alles over het plan om de minimumlonen tussen 2023 en 2025 flink te verhogen. Er wordt toegelicht hoe het 3-stappenplan dat is uitgerold precies werkt. Verder lees je welke wijzigingen er plaatsvinden in het berekenen van het wettelijk minimumloon.
De bijzondere verhoging wordt toegelicht en je leest op welke manier er wordt geregeld dat het minimumloon wordt aangepast. Vervolgens lees je meer over de verhoging van loongerelateerde uitkeringen en in welke stappen dit wel of niet geldt. Er wordt een toekomstbeeld van het wettelijk minimumloon in 2025 geschetst en er wordt meer over de arbeidskorting uitgelegd. Aan het einde van de blog lees je welke invloed het verhogen van het wettelijk minimumloon op de pensioenen en de loonkosten van werkgevers heeft.
De minimumlonen gaan in drie stappen verhoogd worden
Het is belangrijk om te weten dat het WML per 2023 in drie extra stappen wordt verhoogd. De reguliere verhoging van het WML wordt ieder jaar in januari en juli doorgevoerd. Dit keer komen er extra verhogingen bij en dit zal voor het eerst plaatsvinden sinds het WML in 1969 is ingevoerd. Het kabinet wil met de extra verhoging bereiken dat werk onderaan het loongebouw weer aantrekkelijker wordt voor werknemers. Nu wordt er vaak voor beter betaalde banen gekozen. Wanneer het WML extra wordt verhoogd, is de kans groot dat men toch weer voor de banen kiest, die nu gemeden worden door het WML.
Het kabinet heeft in een coalitieakkoord vastgelegd dat er per 1 januari 2023 extra verhogingen voor het WML plaatsvinden. De totale verhoging is 7,5% en dient voor 1 januari 2025 doorgevoerd te zijn. Het minimumuurloon voor een 36-urige werkweek zal op 1 januari 2023 uitkomen op €11,94 bruto per uur. In 2025 wordt verwacht dat het minimumuurloon op €13,18 bruto per uur staat. De deadline voor de verhoging stond altijd op 1 januari 2025. Door de stijgende inflatie, heeft het kabinet bedacht dat deze verhoging eerder en dus via drie stappen ingevoerd zal worden vanaf 1 januari 2023.
Er vinden wijzigingen plaats in het berekenen van het wettelijk minimumloon
Naast het extra verhogen van het WML, wordt er een wijziging aangebracht in de berekening van het wettelijk minimumloon. Het wettelijk minimumloon wordt op dit moment bepaalt door naar een maandelijks bedrag te kijken. Dit is echter niet eerlijk aangezien iemand die 40 uur per week werkt, een lager wettelijk minimumuurloon krijgt dan iemand die 36 uur per week werkt. Volgens de PvdA en GroenLinks moet er niet meer berekend worden op maandelijks niveau, maar per werkbaar uur. De Tweede Kamer was hier hiermee eens en heeft de wijziging aangenomen.
Er is gekozen om het wettelijk minimumuurloon per 1 januari 2024 in te stellen. Door een wettelijk minimumuurloon in te stellen, in plaats van een wettelijk minimummaandloon, zal iemand die meer werkt, daadwerkelijk meer gaan verdienen. Dat is een stuk eerlijker dan de manier waarop het WML vandaag de dag wordt berekend.
Waar bestaat de bijzondere verhoging precies uit?
De bijzondere verhoging van het minimumloon wordt in drie jaar tijd uitgerold. Op 1 januari 2023 bestaat de bijzondere verhoging uit een verhoging van 2,5%. Op 1 januari 2024 wordt er weer 2,5% verhoogd, waarna er op 1 januari 2025 een laatste bijzondere verhoging van 2,32% wordt doorgevoerd. De derde en laatste verhoging is kleiner, doordat er gebruik wordt gemaakt van een cumulatie-effect. De totale verhoging van het wettelijk minimumloon door de bijzondere verhoging is 7,5%. Wanneer de eerste en tweede stap beiden een verhoging van 2,5% bedragen, wordt de derde stap als volgt berekent: 1,075/(1,025*1,025)-1= 2,32%.
Houd er rekening mee dat deze bijzondere verhoging los gezien wordt van de halfjaarlijkse verhoging die ook gewoon wordt doorgevoerd voor het minimumloon. De reguliere verhoging wordt doorgevoerd met de contractloonstijging dat ieder half jaar opnieuw wordt berekend.
Hoe wordt er geregeld dat de minimumlonen worden aangepast?
Een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) zorgt ervoor dat de aanpassing van het minimumloon wordt doorgevoerd. Dit is in plaats van een wetswijziging. Normaal gesproken wordt er op 1 januari van het nieuwe jaar altijd een hoger minimumloon bekend gemaakt. Omdat de reguliere verhoging in 2023 samenvalt met de bijzondere verhoging, zal dit tegelijk in één AMvB geregeld worden. Het is van belang dat de aanpassing van het minimumloon via een AMvB wordt gedaan, aangezien dit veel sneller kan worden doorgevoerd. Daarnaast stijgen uitkeringen, zoals de bijstandsuitkering of een Wajong-uitkering automatisch mee. Als men een wetswijziging zou uitvoeren, zou het te veel tijd kosten, vandaar dat er door het kabinet voor een AMvB is gekozen.
Houd rekening met de verhoging van loongerelateerde uitkeringen
In de eerste stap van de minimumloonsverhoging worden naast de sociale minimumuitkeringen en de AOW, andere loongerelateerde uitkeringen net zo goed verhoogd. Denk hierbij aan uitkeringen die te maken hebben met een dienstbetrekking van het personeel. Voorbeelden van loongerelateerde uitkeringen zijn arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en ziekte. De verlofregelingen zoals zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof of bevallingsverlof worden ook verhoogd tijdens de eerste stap. In de tweede en de derde stap van de minimumloonsverhoging, stijgen loongerelateerde regelingen echter niet meer mee. Op dat moment worden alleen de uitkeringen die onder het nieuwe sociale minimum uitkomen verhoogd volgens de Toeslagenwet.
Hoe ziet het brutominimumloon er in 2025 uit?
In 2025 is het de bedoeling dat het wettelijk minimumloon voor een 36-urige werkweek €142,20 euro per maand en €0,91 cent per uur is verhoogd in vergelijking met het wettelijk minimumloon dat nu geldt. Voor een werknemer die 40 uur per week werkt, zal de verhoging in 2025 neerkomen op €371,10 euro meer per maand, wat €2,14 euro meer is per uur dan vandaag de dag het geval is. Hieronder vind je een tabel terug, waarin je het minimumloon per 1 januari 2025 kunt aflezen.
Hoe zit het met de arbeidskorting?
Het is belangrijk om effect op de arbeidskorting bij hogere minimumlonen zo klein mogelijk te houden. Dit komt doordat werknemers die in deeltijd werken anders de dupe worden van de minimumloonsverhoging. Bedrijven zouden het voordeel dat hiermee gepakt wordt, namelijk af kunnen romen via een verlaagde arbeidskorting. In het Belastingplan van 2023 wordt hier een stokje voor gestoken.
Welke invloed heeft de verhoging van de minimumlonen op pensioenen?
Wanneer de minimumlonen worden verhoogd, heeft dit direct invloed op de hoogte van de pensioenfranchise. Hogere lonen, betekent ook een hogere AOW. De pensioenpremie wordt verlaagd, aangezien er bij gelijkblijvende inkomens kleinere aanvullende pensioenen ontstaan. Als resultaat ontstaat er een verschuiving van inkomen over de levensloop van het personeel. De huidige groep werkenden, krijgt te maken met een hoger inkomen aangezien de pensioenpremie lager wordt. Hoewel er minder aanvullend pensioen wordt opgebouwd, staat er na de pensionering wel een hogere AOW op hen te wachten.
Voor de medewerkers die al met pensioen zijn, is er geen effect te merken van de hogere lonen op de tweede pijlerpensioenen. Vandaar dat de gepensioneerden van dit moment, liever een stijgende AOW-uitkering zien komen, dan de gepensioneerden die nog wat jaren moeten werken. De intergenerationele effecten worden verder uitgediept als het wetsvoorstel uit de tweede en derde stap van het verhogen van de lonen wordt doorgevoerd.
De loonkosten voor werkgevers zullen vanzelfsprekend stijgen
Natuurlijk heeft het verhogen van de minimumlonen effect op de loonkosten die de werkgever betaalt. De verwachting van de stijging van de totale loonkosten voor werkgevers in 2023 is ongeveer 0,7 miljard euro. Dit bestaat uit 0,4 miljard euro hogere brutolonen voor de werknemers en 0,3 miljard euro aan hogere werkgeverspremies die betaalt moeten worden. Aangezien de minimumloonsverhoging in drie stappen wordt doorgevoerd en de totale loonsverhoging 7,5% zal zijn. Komen de totale loonkosten uiteindelijk op 1,9 miljard euro.
Deze verhoging van de loonkosten kan als gevolg hebben dat werkgevers lagere winstmarges gaan behalen. Als de werkgevers bepalen dat zij dit verlies willen opvangen, kan dit weer leiden tot hogere prijzen, waar de consument uiteindelijk de dupe van is. De meeste minimumloonverdieners werken in de sectoren cultuur, sport, horeca, verhuur en overige zakelijke diensten en recreatie. Het directe effect op de loonsom van deze groep werknemers zal dan ook het sterkste zijn.
