Werken met een zzp’er: hoe kun je schijnzelfstandigheid voorkomen?
Ben je ondernemer en wil je graag met personeel of andere professionals samenwerken, maar weet je niet zo goed op welke manier dit in elkaar steekt? Dan is het belangrijk om erachter te komen of een ingehuurde zzp’er, niet per ongeluk een schijnzelfstandige wordt. Tussen opdrachtgevers en zzp’ers is het belangrijk dat er geen gezagsverhouding bestaat. Bij een gezagsverhouding mag de zzp’er niet meer dan 3 dagen bij één opdrachtgever werken én moet de zzp’er meerdere opdrachtgevers hebben. In deze blog vind je de belangrijkste informatie over de werkrelatie tussen een ondernemer en een zzp’er terug. Schijnzelfstandigheid, de gevolgen ervan en tips om het te voorkomen worden in deze blog voor je toegelicht.
Wat houdt schijnzelfstandigheid precies in?
Het Nederlandse kabinet heeft wetten en regels bedacht, om schijnzelfstandigheid bij zzp’ers tegen te gaan. De Belastingdienst controleert zowel de werkgevers als de zzp’ers op schijnzelfstandigheid, aangezien je als zzp’er niet met een verkapt dienstverband voor je opdrachtgever mag werken. Wat is eigenlijk de definitie van schijnzelfstandigheid en wat is het verschil met een zzp’er? Wanneer iemand schijnzelfstandige is, lijkt diegene een zzp’er, maar is hij of zij dit in de praktijk niet. Als je er als opdrachtgever voor kiest om met een zzp’er te werken, bepaalt deze persoon zijn/haar eigen uren, werktijden en op welke manier het werk gedaan wordt. Het werk kan door de zzp’er worden gedaan, maar de zzp’er mag het werk ook weer uitbesteden aan een andere partij.
Wanneer je de enige opdrachtgever bent van een zzp’er, je de werkuren bepaalt en bied je de zzp’er een werkplek bij jou op kantoor, waar hij/zij ook nog eens precies doet wat jij zegt? Dan lijkt de relatie die je met de zzp’er hebt meer op loondienst. De Belastingdienst kan de zzp’er dan als schijnzelfstandige gaan zien en de boete die hieraan verbonden zit, is vaak voor de opdrachtgever. Je moet hier als ondernemer dus erg voor uitkijken, want je kunt schijnzelfstandigheid makkelijk tegengaan.
Zorg dat je rekening houdt met schijnzelfstandigheid bij zzp’ers
De Belastingdienst heeft een aantal vragen bedacht, waarmee zij zzp’ers kunnen controleren op schijnzelfstandigheid. De drie vragen die hierin het meest gebruikt worden zijn als volgt:
1. Is er sprake van een gezagsverhouding tussen de zzp’er en de opdrachtgever? Dit houdt in dat de opdrachtgever bepaalt hoe de zzp’er de taken uitvoert.
2. Is de zzp’er verplicht om persoonlijke arbeid te verrichten? Dit houdt in dat de opdrachtgever aangeeft dat het werk alleen door de zzp’er gedaan mag worden en de zzp’er dit niet aan anderen mag uitbesteden.
3. Ontvangt de zzp’er een vast bedrag of een vast loon per maand en wordt er door de opdrachtgever doorbetaald als de zzp’er ziek is?
Wanneer er op al deze vragen met een ja geantwoord kan worden, is er sprake van schijnzelfstandigheid. Dit houdt in dat de Belastingdienst de samenwerking tussen de opdrachtgever en de zzp’er als loondienst aanmerkt en niet als ingehuurde ondernemer. Wanneer er met een nee kan worden geantwoord op de drie vragen, is er geen sprake van schijnzelfstandigheid en hoeft de opdrachtgever geen loonheffingen te betalen voor de zzp’er.
Welke gevolgen zitten eraan schijnzelfstandigheid?
Het vervelende bij schijnzelfstandigheid is dat zowel de opdrachtgever als de zzp’er er gevolgen van dienen te ondervinden. De Belastingdienst bepaalt naar aanleiding van een onderzoek of de zzp’er schijnzelfstandige is of niet. Wanneer de Belastingdienst schijnzelfstandigheid ontdekt, kunnen er een aantal gevolgen gelden. Voor de zzp’er zijn dit naheffingsaanslagen of correctieverplichtingen op de btw-aangifte of de inkomstenbelasting. Een ander nadelig gevolg voor de zzp’er is dat hij/zij fiscale voordelen kan verliezen. De Belastingdienst kan namelijk bepalen of de startersaftrek, zelfstandigenaftrek of de mkb-vrijstelling worden afgepakt van de zzp’er als gevolg van schijnzelfstandigheid.
Voor de opdrachtgever zijn er ook gevolgen als de Belastingdienst schijnzelfstandigheid ontdekt bij een zzp’er waar de opdrachtgever mee samenwerkt. Als ondernemer zijnde, kan het zijn dat de Belastingdienst van je vraagt om met terugwerkende kracht loonbelasting of premie volksverzekering te gaan betalen voor de zzp’er die eigenlijk bij je in loondienst is. Verder kan de Belastingdienst ook van je vragen of je premies voor werknemersverzekeringen betaald voor de zzp’er in kwestie. Als laatste kan de werkgeversheffing Zvw en de bijdrage Zvw voor de zzp’er bij de ondernemer en dus opdrachtgever opgevraagd worden. In totaal kan dit om een flinke som met geld gaan, wat natuurlijk erg zonde zou zijn.
Lees je in over de Wet DBA en de VAR
Vroeger werkten alle zzp’ers vaak met een VAR-verklaring. Dit was een verklaring waarin stond aangegeven dat de zzp’er zonder vaste dienstbetrekking voor de opdrachtgevers werkte. Na de VAR-verklaring, werd de Wet DBA in het leven geroepen. Dit staat voor de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. Deze specifieke wet was van kracht tussen 1 mei 2016 en 1 oktober 2021. Het kabinet van Rutte 3 is het niet eens geweest met de Wet DBA en is op zijn beurt weer met een nieuwe regeling gekomen. Zij vonden namelijk dat zzp’ers in de modelovereenkomst te slecht duidelijk konden maken of er wel of geen verkapt dienstverband was. Hierdoor kozen zij voor de Webmodule opdrachtgeversverklaring. Meer informatie hierover kun je in de volgende alinea teruglezen.
In 2021 zijn er veranderingen opgetreden voor zzp’ers
De Webmodule opdrachtgeversverklaring is een online verklaring die de opdrachtgevers voor de zzp’ers kunnen invullen. De opdrachtgever geeft in de verklaring aan om welk type arbeidsrelatie het tussen hem/haar en de zzp’er gaat. Het nieuwe kabinet vindt dat dit een makkelijkere manier is dan de VAR en de Wet DBA. De Webmodule is al flink getest tussen januari en oktober 2021. Wanneer de Webmodule ingaat, is nog de vraag, aangezien er nog geen beslissingen zijn gemaakt door het nieuwe kabinet. Totdat het nieuwe kabinet de regels rondom de Webmodule accepteert en van kracht laat zij n, mag de Belastingdienst geen boetes uitdelen. De enige uitzondering voor boetes is als er door de Belastingdienst bewezen kan worden dat er sprake is van kwade wil bij de zzp’er of de opdrachtgever.
Met deze tips kun je schijnzelfstandigheid tegengaan
Ben je ondernemer en wil je graag een samenwerking met een zzp’er starten, in plaats van te kiezen voor het aannemen van personeel? Dan kun je een aantal tips opvolgen, die ervoor zorgen dat je precies weet of de zzp’er waarmee je werkt wel of niet onder schijnzelfstandigheid valt. Houd dit telkens goed in de gaten, zodat de Belastingdienst jou en de zzp’er met rust kan laten. De belangrijkste tips is om aan de zzp’er te vragen of hij/zij met verschillende opdrachtgevers werkt. Vraag ook of je hier een soort bewijs van kunt krijgen, misschien kun je een naam van een andere opdrachtgever aanvragen, die je dan kunt contacten voor een review of aanbeveling over de zzp’er. Wanneer een zzp’er minimaal met drie verschillende opdrachtgevers per jaar werkt, zit je goed.
Verder kun je de zzp’er vragen om elke losse opdracht die je van hem of haar vraagt telkens apart op de factuur te laten vermelden. Vraag ook of de zzp’er je rechtstreeks kan factureren. Verder hoeft de zzp’er niet iedere opdracht die je doorstuurt te accepteren. Bewaar mails waarin de zzp’er een opdracht weigert. Dit laat zien dat de zzp’er niet alles doet wat je vraagt en zelf bepaalt welke opdracht hij/zij wel of niet aanneemt. Wanneer je hier bewijzen van verzameld, kan de Belastingdienst jullie niets maken. Ga nooit akkoord met een samenwerking met een zzp’er als je het op schijnzelfstandigheid vindt lijken.
Je kunt dat risico dan van tevoren al uit de weg gaan.
Kies voor het opstellen van een modelovereenkomst
Een andere belangrijke tip voor het werken met zzp’ers, zonder in schijnzelfstandigheid meegetrokken te worden, is door een modelovereenkomst op te stellen. Dit is een overeenkomst waarin duidelijk vermeld staat welke afspraken er tussen de zzp’er en de ondernemer (opdrachtgever) gemaakt zijn. Wanneer de Belastingdienst met vragen bij je aan de deur klopt, kun je ze alvast van de getekende modelovereenkomst voorzien.