Veranderingen sociale premies per 1 januari 2022
Om je een beetje wegwijs te maken in de veranderingen voor komend jaar, hebben wij de belangrijkste informatie in deze blog voor je verzameld. In deze blog kom je erachter welke veranderingen er in de sociale premies plaatsvinden per 1 januari 2022. Je leest meer over gedifferentieerde premies, het maximum premieloon en op welke manier je als kleine werkgever kunt worden aangeduid per 1 januari 2022.
Wat kun je van de nieuwe gedifferentieerde premies verstaan?
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) maakt ieder jaar de definitieve veranderingen in de sociale premies voor het jaar erop bekend. Ten eerste wordt er een onderscheid gemaakt tussen de Aof en de Awf. AoF staat voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds, de Aof is een basispremie en deze premie dienen werkgevers aan de Belastingdienst te betalen. Het geld dat hiermee wordt geïnd, wordt door het UWV gebruikt om uitkeringen, die onder het Arbeidsongeschiktheidsfonds vallen, aan uitkeringsgerechtigden te betalen. Hoewel de Aof altijd een basispremie was, is dit per 1 januari 2022 niet meer zo. De AoF wordt een gedifferentieerde premie. De AoF-premie is voor kleine werkgevers 5,9% en voor grote werkgevers 7,05%.
De AwF-premie staat voor premies voor het Algemene werkloosheidsfonds. Deze premie bestaat uit twee soorten; de hoge en de lage AwF-premie. Het ligt aan het type arbeidscontract dat je aan de werknemer geeft, of je de hoge of de lage premie dient te betalen. Je betaalt de lage AwF-premie als je een arbeidscontract voor onbepaalde tijd hebt uitgegeven. Verder dient het arbeidscontract schriftelijk te zijn vastgelegd en is de werknemer geen oproepkracht. Wanneer het contract niet aan bovenstaande eisen voldoet, betaal je als werkgever de hoge AwF-premie. De hoge AwF-premie stijgt van 5,34% naar 7,70%. De lage AwF-premie stijgt van 0,34% naar 2,70%.
Wat is het maximum premieloon en hoe hoog is dit in 2022?
Ben je ondernemer en heb je werknemers in dienst? Dan betaal je altijd loonkosten. Deze loonkosten zijn opgebouwd uit het brutoloon (inclusief 13e maand, vakantiegeld, belaste vergoedingen en toeslagen) en de onbelaste vergoedingen die je aan je werknemers uitkeert. Andere belangrijke onderdelen van de loonkosten bestaan uit de werknemersverzekeringen en de bijdrage zorgverzekeringswet. Als laatste worden de werkgeversbijdrage aan het pensioen ook tot de loonkosten berekend. Het maximum premieloon bestaat uit het maximumbedrag waarover je als werkgever werknemersverzekeringen en de bijdrage zorgverzekeringswet berekend mag worden. In 2021 was het maximum premieloon per werknemer €58.311 euro. Per 1 januari 2022 is het maximum premieloon €59.706 per werknemer.
Wanneer je het maximum premieloon in 2022 omrekent naar het maandelijkse bedrag, kom je op €4.975,50 per maand uit voor 2022. Dit is het bedrag waarover je als werkgever premies werknemersverzekeringen en zorgverzekeringswet dient te betalen. Het goede nieuws is dat medewerkers die een hoger premieloon hebben, maximaal over de vastgestelde €4.975,50 euro per maand premies door je betaald dienen te worden. Verder kan een stijging van het maximum premieloon niet automatisch betekenen dat er ook een stijging voor loonkosten uit voort zal komen. Dit komt doordat het grootste gedeelte van de werknemers minder verdient dan het vastgestelde maximum premieloon. Verder zouden de premies voor werknemersverzekeringen kunnen dalen, waardoor je uiteindelijk lagere loonkosten krijgt.
Hoe zit het met kleine werkgevers?
Per 1 januari 2022 worden kleine werkgevers aangeduid via een berekening van het gemiddelde premieloon. Je wordt als een kleine werkgever bestempeld op het moment dat de premieloonsom van jou als werkgever, maximaal 25 keer het gemiddelde premieloon per werknemer, per jaar bedraagt. Het kabinet heeft voor een verlaging van de premie AoF gekozen voor kleine ondernemers, zodat zij financieel tegemoet kunnen worden gekomen voor de kosten die zij maken als zij loon doorbetalen bij ziekte van werknemers. De gedifferentieerde premie WhK (Werkhervattingskas) wordt voor een kleine werkgever verruimd van maximaal 10 tot maximaal 25 keer het gemiddeld premieloon per werknemer per jaar.
Op welke manier wordt er gekeken of je een kleine of (middel)grote werkgever bent?
In de eerste twee jaar dat je met werknemers werkt, word je vaak nog aangemerkt als kleine werkgever. Je valt in de categorie (middel)grote werkgever als je meer dan 25 keer het gemiddelde premieloon per werknemer, per jaar betaald. Ben je werkgever en ben je aangesloten bij meerdere sectoren? Dan wordt de beoordeling of je een kleine of (middel)grote werkgever bent per bedrijfsonderdeel bekeken. Ben je van plan om je bedrijf inclusief werknemers in 2022 gedeeltelijk of geheel over te dragen naar een nieuwe werkgever? Dan wordt (een deel van) de premieplichtige loonsom van de (deels) overdragende werkgever verhaald op de verkrijgende werkgever.
Dit heeft als gevolg dat de overdragende of de verkrijgende werkgever kan gaan wisselen in de rol van kleine of juist (middel)grote werkgever. In het jaar dat de overdracht plaatsvindt, wordt deze verandering nog niet voltrokken. Er wordt pas naar de nieuwe vorm, klein of (middel)groot gekeken in het jaar nadat de overdracht heeft plaatsgevonden. In het jaar erop wordt dan opnieuw de grootte van de werkgever bepaalt. Vind de overdracht op 1 januari plaats, dan wordt er in dat jaar wel direct een nieuwe grootte voor de werkgever bepaalt. Je kunt daarom beter voor overnames midden in het jaar kiezen.
Heb je vragen over hoe de veranderingen in de sociale premies jou misschien beïnvloeden? Neem gerust contact met ons op!